Dubbele camera’s, dunnere randen en meer trends van 2017 (en voor 2018)

03 januari 2018 + 10 minuten 0 Reacties
tablets-algemeen-groot

Trends in smartphoneland volgen elkaar in een rap tempo op. In dit artikel een overzicht van de trends uit 2017 en voor 2018.

De technologie in smartphones is in een rap tempo doorontwikkeld. Consumenten willen meer met hun smartphone doen en fabrikanten willen – soms maar al te graag – functies en designelementen doordrukken – of de consument daar nou wat aan heeft of niet. Die fabrikanten hebben zich echter ook aan trends te houden. Want die ene trend kan net de doorslaggevende factor worden in de keuze van de consument voor een bepaalde smartphone.

Neem bijvoorbeeld de trend van dubbele cameralenzen. High-end smartphones hebben vaker twee lenzen op de achterkant. Apple doet dit sinds de iPhone 7 Plus en Samsung doet dit sinds de lancering van de Galaxy Note 8. Het is een redelijk jonge trend die steeds meer fabrikanten bereikt. Dit levert niet alleen mooie marketingtaal op (‘maak foto’s met het bokeh-effect!’), maar ook handige functies. Foto’s kunnen er daadwerkelijk mooier uit komen te zien.

Twee cameralenzen zijn beter dan één

Twee cameralenzen kunnen beter overweg met diepte dan één. Foto’s die gemaakt worden hebben vaak een scherpe laag en een wazige laag. Het object of de persoon op de scherpe laag komt goed naar voren, terwijl de overige informatie uit het zicht wordt gehouden. Er bestaan inmiddels ook variaties op deze trend. Toestellen van fabrikant Huawei beschikken over een monochrome en de traditionele rgb-kleurensensor, terwijl Apple investeert in de combinatie groothoek- en telelens.

De technologie van Huawei zorgt ervoor dat de monochrome lens de luminantie opvangt, voor de helderheid. Dat beeld wordt vervolgens samengevoegd met de kleuren van de rgb-sensor, waardoor er een helder en kleurrijk resultaat kan worden geboekt. In het geval van Apple kan het systeem automatisch kiezen tussen een brandpuntafstand van 28 of 56 millimeter.

Hoewel dit in beide gevallen mooie plaatjes op kan leveren, kleven er ook nadelen aan deze technologie. Het beeld wordt namelijk via intelligente software (een algoritme) samengevoegd. De lenzen hebben er dus weinig mee te maken hoe de foto verwerkt wordt. Dit kan in sommige gevallen voor fouten in het digitale beeld zorgen. Huawei heeft met de Mate 10 Pro laten zien dat er nog een hoop winst te behalen viel, met zijn voortreffelijke camera en kunstmatige intelligentie, maar we zijn er nog niet. 2018 zal nog meer verbeteringen op cameragebied introduceren.

Meer scherm, minder behuizing

Fabrikanten zullen ook steeds meer toestellen uitbrengen met schermen die voorkantvullend zijn. In het Engels wordt deze term ‘screen-to-body ratio’ genoemd. Het houdt in dat de voorkant van een smartphone bijna helemaal uit een display bestaat en zo min mogelijk uit randen. De Samsung Galaxy Note 8 doet dit door de randen ietwat door te laten buigen uit de zijkant, zodat ze uit het oog verdwijnen vanaf de voorkant gezien.

De iPhone X van Apple heeft alleen een kleine inkeping aan de bovenkant, waar onder andere de uitgebreide camerasensor in verwerkt zit, maar is voor de rest één en al scherm aan de voorkant. De Chinese fabrikant Xiaomi maakt al maanden furore met de Mi Max-serie, een smartphone die het design van de iPhone X al maanden geleden introduceerde – maar dan net even anders. Hoe dan ook: smartphones krijgen steeds grotere schermen en dunnere randen.

In de toekomst zal het verschil tussen scherm en de randen alleen nog maar toenemen. Hoe hoger de screen-to-body ratio, hoe beter, denken fabrikanten nu. Dat is echter niet altijd zo. Wanneer een smartphonescherm aan de zijkant doorloopt, heb je kans dat je dat scherm aanraakt en je dus niet elders op het scherm kunt tappen – omdat het al een input heeft geregistreerd. Schermen die we tegenkomen op de iPhone X en LG V30 hebben dat probleem niet, met hun platte displays.

Voor nu zijn dit soort schermen alleen nog maar weggelegd voor high-end modellen van fabrikanten, maar er doen zich al geruchten de ronde dat goedkopere smartphones, van onder meer Samsung, in de toekomst ook toegang krijgen tot voorkantvullende schermen.

Verdere finetuning van de behuizing

Een aantal toestellen dat dit jaar uitkwam heeft een glazen achterkant en een metalen body gekregen. Dat levert een premium ervaring op: zowel tijdens het vasthouden als door er naar kijken. Deze trend bestaat al wat langer en zal zich verder in 2018 manifesteren, aangezien steeds minder fabrikanten plastic zullen gebruiken voor de high-end modellen.

Daarnaast zullen de hoeken ronder worden, omdat de smartphone wel lekker in de hand moet blijven liggen. Ook hier merken we een terugkerende trend op van de afgelopen jaren. Wel kunnen fabrikanten verder investeren in stevigheid van toestellen. Metalen smartphones hebben – op een deukje hier en daar – nergens last van, maar smartphones met een glazen achter- en voorkant wel: je laat ze één of twee keer vallen en je hebt al te maken met een scheur.

Over de toekomst van de vingerafdrukscanner heerst nogal wat discussie. Nu smartphoneschermen groter worden en de randen kleiner, waar laten we dan die handige functie? Tijdens Mobile World Congress 2017, een jaarlijkse techbeurs in Barcelona, kwam het nieuws naar buiten dat fabrikanten werken aan vingerafdrukscanners zowel onder als in het scherm.

Ultrasonische vingerafdrukscanners

Natuurlijk zullen er een aantal fabrikanten zijn die kiezen voor een vingerafdruklezer op de achterkant (wat voor veel mensen een logische plek is), maar het is een knap staaltje techniek wanneer je straks als eerste smartphonefabrikant kunt laten zien dat je een vingerafdrukscanner in het aanraakgevoelige scherm hebt gebouwd.

Hoewel het logistiek voor smartphonemakers ook simpeler is om de vingerafdrukscanner op de achterkant te plaatsen, zullen we in de toekomst smartphones gaan tegenkomen die een scanner in het touchscreen hebben zitten. Dit wordt dan een ultrasonische vingerafdruklezer, die behoorlijk accuraat is in het aflezen van iemands vingerafdruk, zelfs wanneer een vinger nat is. Momenteel staat deze technologie nog in de kinderschoenen, maar zal zeker in populariteit winnen wanneer die verder doorontwikkeld is.

Biometrische beveiligingsopties

De vingerafdrukscanner is één van de eerste biometrische beveiligingsopties die in smartphones werden verwerkt. Wat nu in opmars is, is de camera die het gezicht en zelfs de iris van een gebruiker kan herkennen. Hoewel dit nu nogal een gimmick is (het gaat ongeveer even vaak fout als goed), zullen steeds meer fabrikanten de overstap maken op slimmere camera’s.

Apple doet dit bijvoorbeeld met Face ID in de iPhone X, terwijl Samsung dat al eerder deed op de Samsung Galaxy S8 en later herhaalde op de Galaxy Note 8. Het verschil tussen beide cameratechnologieën is dat de iPhone X een compleet 3d-beeld van de gebruiker z’n gezicht maakt, terwijl de camera in de Samsung-toestellen gebruikmaakt van een referentiefoto in 2d. Daardoor kan de laatstgenoemde nog wel eens voor de gek worden gehouden met een scherpe foto van de eigenaar van een toestel, terwijl dat op de iPhone X minder het geval is.

Toestellen ontgrendelen met je gezicht is dus niet net zo veilig als met een vingerafdrukscanner, maar het is wel praktischer. Je hoeft soms je telefoon maar op te pakken en je toestel wordt ontgrendeld (in de ideale situatie van genoeg licht en de goede uitdrukking op je gezicht).

Veel veiliger (los van de privacy discussie omtrent dit soort zaken) is de scan van iemands iris. Die bevat veel meer distinctievere kenmerken dan je gezicht en kan ook alleen door levende personen gebruikt worden. Een camera die let op iemands iris kan dus veel minder goed voor de gek gehouden worden in vergelijking met een vingerafdrukscanner of gezichtsherkenner, maar heeft wel dezelfde problemen als de laatstgenoemde. Is er bijvoorbeeld te weinig licht aanwezig, dan kan de software dienst weigeren. Dat neemt echter niet weg dat fabrikanten hier nu flink in investeren.

Geen hoofdtelefoonaansluiting meer

Dit is iets waar we vroeg of laat allemaal aan moeten geloven. De hoofdtelefoonaansluiting is door Apple tot ‘verouderde technologie’ verklaard, waardoor in elk geval die fabrikant de aansluiting laat voor wat het is. Samsung springt hier nog handig op in door wel een dergelijke aansluiting te presenteren in zijn smartphones, maar de vraag is nu: voor hoe lang nog?

Huawei heeft met zijn laatst uitgebrachte smartphone, de Huawei Mate 10 Pro, ook afscheid genomen van de hoofdtelefoonaansluiting. Dit betekent echter niet dat je helemaal geen oordoppen of een hoofdtelefoon met draad kunt gebruiken. Je kunt vaak een adapter kopen (soms levert de fabrikant zo’n adapter in de doos) van usb-c (de aansluiting op de smartphone) naar audiojack, waardoor je dus alsnog je oude accessoires kunt aansluiten.

Dit heeft als nadeel dat je je smartphone niet kunt opladen terwijl je in rust wil genieten van je muziek. Want er is immers maar één aansluiting, en die gebruik je al voor je oplader (of andersom natuurlijk). Er bestaan wel adapters die een splitter aanbieden (usb-c aan de ene kant, audiojack aan de andere kant), maar dat zijn vaak accessoires van derde partijen.

Het ziet er dus op de langere termijn naar uit dat je aan het idee moet wennen dat je oude hoofdtelefoon minder waard is in combinatie met je smartphone. Je kunt investeren in een goede headset of oordoppen met bluetooth (daar komen er nu steeds meer van uit op de markt, zoals bijvoorbeeld van Samsung, Sony en Fitbit), maar die constante bluetooth-verbinding is natuurlijk niet zo fijn voor je batterij.

Augmented reality door je smartphone

Een laatste punt waar je rekening mee mag houden voor in 2018 en verder, is de toepassing van augmented reality. Onder meer Google (platformhouder van Android) en Apple (verantwoordelijk voor iOS) investeren in deze technologie. Augmented reality is het beste te omschrijven als een extra laag boven de echte realiteit, die alleen gezien kan worden door middel van een scherm.

Veel toepassingen van augmented reality komen we tegen op allerlei slimme brillen (soms met een kleine projector aan boord of iets dat daar op lijkt), maar smartphones en tablets kunnen deze rol ook vervullen. Ze zullen echter niet dezelfde meeslepende ervaring kunnen aanbieden als een bril, die de informatie direct voor je ogen presenteert, waardoor je er ook letterlijk niet omheen kunt.

Met augmented reality op je smartphone kun je wel een aantal leuke dingen doen. Zo kun je bijvoorbeeld via een kaartenapplicatie informatie opvragen over de buurt, waarna je direct in beeld kunt zien waar wat zit als je je smartphone omhoog houdt. Ook kun je er leuke spelletjes mee spelen door kleine monsters of grappige poppetjes tot leven te wekken in de echte wereld, waarna je een foto kunt maken met iemand ernaast – alsof jullie beiden naast elkaar staan.

Deze technologie staat niet meer in de kinderschoenen, maar is ook nog niet breed uitgerold naar de consument. Google heeft wel grote stappen gezet met Project Tango, waar onder meer de Asus Zenfone AR gebruik van maakt, en het onlangs gelanceerde ARCore. Het verschil tussen beide kits is dat je voor ARCore geen speciale camera nodig hebt om het AR-effect te creëren, terwijl dat voor telefoons onder Project Tango nog wel het geval is.

Voor ARKit van Apple gelden er andere regels, omdat Apple alles zelf in handen heeft: zowel software als hardware. Dat betekent dat wanneer je een moderne smartphone van Apple hebt, je toegang hebt tot allerlei technologieën, terwijl Android-gebruikers niet zeker zijn van nieuw geïntroduceerde mogelijkheden. Dat is ook meteen het nadeel van een open ecosysteem als Android, terwijl dat natuurlijk ook weer mogelijkheden met zich meebrengt.

Meer lezen?

Wil je meer lezen over trends en ontwikkelingen op het gebied van smartphones en tablets? Dan kun je terecht in ons archief voor tips. Lees ook onze recensies eens door of maak je keuze voor een tablet of smartphone in onze uitgebreide database.

Reacties (0)